3894. Warmteprogramma gemeente Eindhoven

In het klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving in Nederland uiterlijk in 2050 volledig CO2-vrij is. Daarom stelt de gemeente Eindhoven een warmteprogramma op, waarin zij voor de aankomende tien jaar de stappen beschrijft om gebouwen aardgasvrij te maken. Voordat de gemeente Eindhoven besluit over het warmteprogramma, worden de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
30-10-2024 Adviesaanvraag bij de Commissie mer
22-04-2025 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Tussentijdse toetsing
23-07-2025 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
29-08-2025 Ter inzage legging van de informatie
03-11-2025 Advies uitgebracht
Tussentijds toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Tussentijds toetsingsadvies
De Commissie constateert dat het milieueffectrapport al veel relevante aspecten beschrijft en dat de onderzochte varianten een goede afspiegeling zijn van de keuzes die voorliggen bij de warmtetransitie. Wel is het belangrijk om het rapport op een aantal punten aan te vullen. Zo zijn de effecten van koudeoplossingen nog niet onderzocht. Dit is wel belangrijk omdat de vraag naar koeling in de toekomst zal toenemen vanwege klimaatverandering. Sommige warmteoplossingen kunnen ook koelen, anderen niet. In dat laatste geval zullen bewoners en huiseigenaren wellicht zelf airco’s gaan installeren wat effecten heeft op het milieu, waaronder op hittestress en geluid, die nu nog niet in beeld zijn.
Ook adviseerde de Commissie om de effecten van de benodigde netverzwaring en de temperatuur van warmtenetten (midden-, lage- of zeer lage temperatuur) te betrekken bij de beoordeling. Dit is belangrijk omdat deze aspecten van de warmtetransitie invloed kunnen hebben op het ontwerp, ruimtegebruik en de milieueffecten.
Verder vroeg de Commissie aandacht voor de navolgbaarheid en consistentie van informatie in het milieueffectrapport. Nu is nog niet altijd duidelijk welke informatie is gebruikt of missen onderbouwingen. Dit geldt bijvoorbeeld bij de beoordeling van de effecten van geluid en op bodem, water en archeologie.
Het aanvullen van de bovengenoemde informatie is belangrijk zodat de gemeente het milieubelang mee kan wegen bij het besluit over het warmteprogramma. De gemeente vult het milieueffectrapport aan en legt het rapport dan opnieuw voor aan de Commissie.

Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert om een duidelijk overzicht te geven van alle mogelijke warmtebronnen en –technieken, zoals inzet van aardwarmte, warmtepompen of aquathermie. Beschrijf de eigenschappen hiervan, de milieugevolgen en de impact op het energienet. Voor een goed besluit is het daarna nodig om per buurt de verschillende opties te vergelijken op gevolgen voor mens en milieu.
De komende jaren neemt door klimaatverandering de vraag naar koeling toe. Zeker in sterk stedelijke plekken zoals Eindhoven. Neem daarom in het onderzoek ook de koudevraag mee, stelt de Commissie. Sommige warmtechnieken zijn in te zetten voor koeling, maar andere niet. Dit kan ertoe leiden dat inwoners aanvullende voorzieningen treffen, zoals airco’s, met effecten op leefomgeving en netcapaciteit.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

Marianne Eelman
Mirjam Harmelink
ing. Wim van der Maarl
dr. Vincent Post
dr. Sigrid van Roode
drs. Benno Schepers

Voorzitter: dr. Jan Jacob van Dijk
Werkgroepsecretaris: Michelle Vanderschuren, MSc

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Gemeente Eindhoven

Bevoegd gezag
Gemeente Eindhoven

Overige gegevens

Gebied: provincie Noord-Brabant


Categorieën Bijlage V Omgevingsbesluit

Code Omschrijving
007.1 Plan-MER vanwege kaderstelling
B4 Diepboringen, in het bijzonder: geothermische boringen, boringen in verband met de opslag van kernafval of boringen voor watervoorziening, met uitzondering van boringen voor het onderzoek naar de stabiliteit van de grond
J9 Buisleidingen voor: het transport van gas, olie of chemicaliën, het transport van kooldioxide stromen voor geologische opslag, met inbegrip van de pompstations of stoom of warm water
K1 Werkzaamheden voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater

Bijgewerkt op: 03 nov 2025