3747. Inpassingsplan bedrijventerrein Oostpolder
De Oostpolder ligt ten zuiden van de Eemshaven. Provincie Groningen en gemeente Het Hogeland willen hier grootschalige, hoogtechnologische industrie ontwikkelen zoals waterstoffabricage en batterijproductie. Daarvoor is er een milieueffectrapport opgesteld. De provincie heeft de Commissie gevraagd om het rapport te beoordelen. Naar aanleiding van een eerder advies van de Commissie is het rapport aangevuld met nieuw onderzoek.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
11-05-2023 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
01-06-2023 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen |
27-07-2023 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing |
14-12-2023 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
24-04-2024 Voorlopig advies uitgebracht |
Voorlopig toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing aanvulling op het MER |
13-05-2024 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
11-06-2025 Advies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
ToetsingsadviesHet aangevulde rapport beschrijft goed hoeveel geluid het nieuwe industrieterrein zal produceren. Maar op een aantal andere punten ontbreekt nog informatie, zegt de Commissie. Zo is nog niet onderzocht wat voor beschermde dieren en planten in de Oostpolder leven. Ook is nog niet scherp of watergebruik en lozingen gevolgen kunnen hebben voor de Waddenzee. De Commissie wijst ook op de mogelijkheid van de uitstoot van schadelijke stoffen.
Een ander belangrijk punt is de veiligheid. In het gebied staan al windturbines. De Commissie had eerder gevraagd onderzoek te doen naar de risico’s die de combinatie windturbines en industrie kunnen opleveren, zeker in verband met mogelijke aardbevingen. Die risico’s zijn nog onvoldoende in beeld, stelt de Commissie.
Tot slot sluit de Commissie niet uit dat stikstofuitstoot van de nieuwe industrie schadelijk kan zijn voor beschermde natuurgebieden.
Zulke effecten moeten al bij vaststelling van het plan duidelijk zijn. Dan schept het plan heldere kaders om vergunningen te verlenen. De Commissie adviseert meer onderzoek te doen, voordat het plan wordt vastgesteld.
Voorlopig toetsingsadvies
Het ontwikkelen van de Oostpolder heeft gevolgen voor de natuur in de Waddenzee. Het oppompen en lozen van koelwater, mogelijke uitstoot van chemische stoffen en een toename van stikstofdepositie zetten de natuur verder onder druk. Dit terwijl er al een grote verbeteropgave ligt. Uit het rapport blijkt onvoldoende of de ontwikkeling van een bedrijventerrein wel mogelijk is zonder de natuur verder aan te tasten.
Dat geldt niet alleen voor de Oostpolder, maar ook voor de Eemshaven, voor bedrijventerrein Oosterhorn in Delfzijl en voor ander gebruik van de Waddenzee, zoals recreatie, visserij en scheepsverkeer. De Commissie beveelt daarom ook aan om 'uit te zoomen' en parallel aan het inpassingsplan een actueel en integraal gebiedsprogramma op te stellen, ter vervanging van de Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl uit 2017. De milieueffecten van verschillende ontwikkelingen in de regio kunnen dan in samenhang worden afgewogen.
Actualisatie is ook belangrijk in verband met effecten voor de leefomgeving van omwonenden. Zo wordt er in de plannen uitgegaan van de geluidscontouren die in 1993 voor de Eemshaven zijn vastgesteld. Maar de Eemshaven blijkt stiller dan destijds werd verwacht. Deels doordat er nog veel vrije kavels zijn, maar mogelijk ook doordat moderne bedrijven stiller zijn. Kijk daarom of een invulling met minder geluidsoverlast voor de omgeving mogelijk is, adviseert de Commissie.
Tenslotte adviseert de Commissie om in beeld te brengen of de combinatie van de bestaande windturbines, aardbevingsrisico's en opslag van gevaarlijke stoffen extra risico's schept en welke maatregelen genomen moeten worden om calamiteiten te voorkomen.
Provincie Groningen heeft aangegeven een aanvulling op het MER te gaan opstellen.
Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie adviseert om per bedrijfstype de mogelijkheden te onderzoeken om negatieve effecten voor natuur en leefomgeving zo veel mogelijk te beperken. Maak daarbij onderscheid tussen effecten tijdens de aanleg en het gebruik van het bedrijventerrein. De provincie wil dat extra belasting van natuur(gebieden) en leefomgeving zoveel mogelijk wordt voorkomen. Geef in het milieurapport aan hoe hier aan wordt voldaan.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
mr. dr. Annelies Freriks |
drs. Roeland van Kerkhoff |
ing. Rob Vogel |
ir. Paul van Vugt |
drs. Gerrit de Zoeten |
Voorzitter: ir. Kees Slingerland
Werkgroepsecretaris: drs. Geertje Korf
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Provincie Groningen |
Gemeente Het Hogeland |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Groningen |
Overige gegevens
Gebied: provincie Groningen
Categorieƫn Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
008.3 | Project-m.e.r. en plan-m.e.r. vanwege passende beoordeling |
C16.1 | 2018: ontginning of wijziging of uitbreiding ontginning van steengroeven of dagbouwmijnen, inclusief winning oppervlaktedelfstoffen uit landbodem (anders dan 16.2 of 16.4) >25 ha terreinopp |
D11.3 | 2018: aanleg, wijziging of uitbreiding van een industrieterrein als opp. >= 75 ha |
D16.1 | 2018: ontginning of wijziging of uitbreiding van ontginning van steengroeven of dagbouwmijnen inclusief winning oppervlaktedelfstoffen uit landbodem (anders dan 16.2) >=12,5 ha terreinopp. |
D22.1 | 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een industriƫle installatie bestemd voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water indien elektriciteitscentrale met een vermogen van 200 megawatt (thermisch) of meer en, indien het een wijziging of uitbreiding betreft, en het vermogen met 20% of meer toeneemt of de inzet van een andere brandstof tot doel heeft |
Bijgewerkt op: 11 jun 2025