3675. Nationaal Programma Landelijk Gebied
Minister Van der Wal stelt samen met andere ministers een Nationaal Programma Landelijk Gebied op. Het kabinet wil hiermee de nationale omgevingsvisie uitwerken en voldoen aan (inter)nationale verplichtingen voor natuur, water en klimaat. In het programma komen doelen en randvoorwaarden voor provinciale gebiedsprogramma’s. Die randvoorwaarden worden ‘structurerende keuzes’ genoemd. Het programma is de basis voor de beoordeling van aanvragen van provincies voor uitgaven uit een nog vast te stellen Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur, met daarin zo’n 24 miljard euro. De minister heeft de Commissie om advies gevraagd over de benodigde inhoud van het milieueffectrapport.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
09-06-2022 Adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r. |
25-05-2023 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
Reikwijdte en detailniveauDe Commissie ziet dat het programma voor de lange termijn (2050) wordt opgesteld, over de bescherming van natuur, water en klimaat gaat én toekomstperspectief moet bieden voor de landbouw. Deze brede opgave voor de lange termijn moet goed in het milieueffectrapport terugkomen, zegt de Commissie in haar advies. Werk in het rapport eerst de visie uit op het landelijk gebied in 2050. Vertaal dat naar concrete doelen voor de korte en middellange termijn en naar de goede structurerende keuzes. Een visie op de lange termijn geeft duidelijkheid aan overheden, ondernemers, bewoners en milieuorganisaties. En het voorkomt dat er nu maatregelen worden gekozen die in 2050 niet effectief blijken, of zelfs ongewenst.
De Commissie adviseert verder om veel aandacht te besteden aan natuurinclusief land- en bodemgebruik en aan de bescherming van de gezondheid van bewoners. Ook benadrukt de Commissie dat het belangrijk is om te kijken naar sociale en sociaal-economische gevolgen van het beleid.
Het Rijk werkt het programma en het milieueffectrapport nu verder uit. De verwachting is dat het ontwerp van beide documenten in oktober van dit jaar gereed is.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Lidwien Besselink |
ir. Tilly Fast |
ir. Yttje Feddes |
drs. Jacobiene Ritsema |
prof. dr. Henk Siepel |
drs. Rob van Woerden |
Voorzitter: ir. Annemie Burger
Werkgroepsecretaris: mr. Roel Sillevis Smitt
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Bevoegd gezag |
---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Overige gegevens
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
007.2 | Plan-m.e.r. vanwege kaderstelling |
C14 | 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding installatie voor fokken, mesten of houden van >85000 mesthoenders of >60000 hennen of >3000 mestvarkens of 900 zeugen |
D14 | 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren |
Bijgewerkt op: 25 mei 2023