Advies Commissie over warmteprogramma Utrecht

Nieuwsbericht | 17 december 2024

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de gebouwde omgeving in Nederland in 2050 volledig CO2-vrij is. Gemeenten maken plannen over welke wijken en buurten de komende 10 jaar van het aardgas gaan en hoe. 

De gemeente Utrecht heeft een onderzoeksagenda voor het milieueffectrapport opgesteld en de Commissie mer om advies gevraagd. De Commissie adviseert om eerst een overzicht te maken van alle mogelijke warmtebronnen en –technieken, zoals aardwarmte, warmtepompen of aquathermie. Zo kunnen de eigenschappen, de impact op het energienet en de milieugevolgen vergeleken worden. Daarna kan de gemeente per buurt de verschillende opties afwegen op de gevolgen voor mens en milieu. Utrecht heeft vijf verschillende opties op het oog, zoals verschillende typen warmtenetten of inzet van individuele oplossingen zoals warmtepompen.

Jan Jacob van Dijk, plaatsvervangend voorzitter bij de Commissie mer: ‘Het warmtevraagstuk is de komende jaren één van de grootste uitdagingen voor gemeenten. De Commissie heeft met dit advies een leidraad opgesteld, zodat gemeenten weten wat belangrijk is bij het opstellen van een warmteprogramma. We hopen dat veel gemeenten hier hun voordeel mee zullen doen.’

Voor een warmteprogramma is het niet verplicht om ook te kijken naar koude. De Commissie adviseert dit toch mee te nemen. De komende jaren neemt door klimaatverandering de vraag naar koeling toe, zeker in sterk stedelijke plekken zoals Utrecht. Sommige warmtechnieken die de gemeente Utrecht onderzoekt zijn in te zetten voor koeling, andere niet. Dit kan ertoe leiden dat inwoners aanvullende voorzieningen treffen, zoals airco’s, met effecten op leefomgeving, CO2-uitstoot en netcapaciteit.

Meer weten?

Lees het advies van de Commissie mer.