3685. Vergistingsinstallatie North Star, gemeente Emmen

Een consortium van EBN, Shell en Engie wil een grootschalige vergistingsinstallatie bouwen op het terrein van de voormalige gaszuiveringsinstallatie aan de Phileas Foggstraat in de gemeente Emmen. Hier worden mest en allerlei andere organische producten ('co-producten') verwerkt tot groen gas, meststoffen voor de landbouw en water. Voordat de provincie besluit over de vergunning voor de installatie zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
23-09-2022 Adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.
06-12-2022 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Toetsing
06-07-2023 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
10-10-2023 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
Het rapport beschrijft welke milieueffecten de installatie zal hebben, welke keuzes voor technieken zijn gemaakt en welke milieu-overwegingen een rol hebben gespeeld bij die keuzes. Uit het rapport blijkt dat er vooral gevolgen zullen zijn voor geur en een toename van het verkeer op de Phileas Foggstraat. De Commissie noemt het rapport goed leesbaar en bijna volledig. Wel ontbreekt er volgens de Commissie nog enige informatie over geur, veiligheid en stikstof.
De aard van de 'co-producten' is divers en varieert van hooi tot niet meer houdbare producten uit de supermarkt. Wanneer er een hoog aandeel dierlijke producten wordt vergist, kan dat meer geur veroorzaken. Hoeveel geur dat maximaal kan zijn staat nu nog niet in het MER.
Naast de locatie voor de vergister is inmiddels een waterstoftankstation gebouwd. Ook komt er nog een installatie om waterstof te produceren. In het MER staat nog niet of al deze installaties bij elkaar voor extra risico's kunnen zorgen bij een calamiteit.
Tenslotte is de gebruikte vergelijkingsbasis voor de uitstoot van stikstofverbindingen niet goed onderbouwd.
De Commissie adviseert het MER op deze drie punten aan te vullen, voordat de vergunning voor de mestvergister wordt verleend. .

Reikwijdte en detailniveau
De installatie zal jaarlijks zo’n 660 duizend ton biomassa, namelijk mest en andere organische restproducten, verwerken tot gas. De hoeveelheid geproduceerd gas hangt onder andere af van de hoeveelheid verwerkte mest en restproducten en de verhouding hiertussen. Onderzoek de bandbreedte in de aard en samenstelling van de biomassa en gebruik deze informatie om alternatieven te onderzoeken, zo adviseert de Commissie. Laat ook zien hoe het productieproces in elkaar zit en welke nabewerking van afvalstoffen en water plaats zal vinden. Gebruik deze informatie om de milieugevolgen te beschrijven en te onderzoeken of milieueffecten te beperken zijn.
Leg tot slot in het rapport uit welk alternatief de voorkeur heeft, gezien de milieueffecten, adviseert de Commissie. Zo is duidelijk en transparant wat de milieuafwegingen zijn en welke optimalisaties worden toegepast.
 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Wouter Beekman
ir. Sjoerd Bokma
ir. Arjen Brinkmann
ing. Cor Coenrady

Voorzitter: Marja van der Tas
Werkgroepsecretaris: drs. Geertje Korf

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Engie Energie Nederland Biogas Holding B.V.

Bevoegd gezag
Provincie Drenthe

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Drenthe


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
001.2 Project m.e.r. beperkte procedure
C21.6 2018: oprichting van geïntegreerde chemische installatie, dwz installatie voor fabricage op industriële schaal van stoffen door chemische omzetting, waarin verscheidene eenheden naast elkaar bestaan en functioneel met elkaar verbonden zijn, bestemd voor de fabricage van: organische basischemicaliën, anorganische basischemicaliën, fosfaat-, stikstof- of kaliumhoudende meststoffen (enkelvoudige of samengestelde meststoffen), basisproducten voor gewasbescherming en van biociden, farmaceutische basisproducten met een chemisch of biologisch procédé, of explosieven.
D18.1 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie met capaciteit >=50 ton per dag voor de verwijdering van afval (anders dan bedoeld onder D 18.3, D 18.6 of D 18.7)

Bijgewerkt op: 10 okt 2023