3184. Natuurontwikkeling Uiterwaarden bij Wamel, Dreumel en Heerewaarden

Rijkswaterstaat, de provincie Gelderland en Staatsbosbeheer willen nevengeulen en natuurwaarden realiseren in de uiterwaarden van de Waal bij Wamel, Dreumel en Heerewaarden. Voordat Gedeputeerde Staten van Gelderland en de gemeenteraden van Maasdriel en West Maas en Waal besluiten over de ontgrondingsvergunning en de bestemmingsplannen, zijn de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
02-02-2017 Adviesaanvraag bij de Commissie m.e.r.
27-02-2017 Aankondiging start procedure
01-03-2017 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen
21-04-2017 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Persbericht
Toetsing
07-07-2023 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
20-12-2023 Voorlopig advies uitgebracht
Voorlopig toetsingsadvies
Persbericht
Toetsing aanvulling op het MER
20-12-2023 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
16-04-2024 Voorlopig advies uitgebracht
Voorlopig toetsingsadvies
Persbericht

Opmerkingen bij de advisering

Voorlopig toetsingsadvies
Eerder gaf de Commissie aan dat in het rapport belangrijke informatie ontbrak. Het aangevulde rapport geeft die informatie wel en gaat ook uitgebreid in op de modellering van het watersysteem. De resultaten van de modellering zijn echter niet goed te toetsen aan de situatie in het veld. Volgens de Commissie is een gevoeligheidsanalyse nodig voor de effecten op het grondwater, om te besluiten of extra maatregelen nodig zijn.
De Commissie adviseert om de gevoeligheidsanalyse uit te voeren voordat wordt besloten over het project. Het bevoegd gezag heeft aangegeven dit advies over te nemen, en de aanvullende informatie opnieuw voor te leggen aan de Commissie.


Voorlopig toetsingsadvies
Het milieueffectrapport geeft veel informatie over de huidige milieusituatie in het gebied, Het rapport beschrijft goed welke doelen er voor het gebied zijn en ook de manier waarop deze bereikt kunnen worden. Ook is duidelijk welke ontwerpstappen voor de inrichting zijn doorlopen. De rol die het milieubelang daarbij heeft gespeeld is echter nog onvoldoende duidelijk, zegt de Commissie. Verder is volgens de Commissie meer onderbouwing nodig van het grondwatermodel en van de effecten op archeologische waarden. Tenslotte is meer aandacht nodig voor de tijdelijke effecten van stikstofuitstoot en hinder voor de omgeving. De Commissie adviseert om de ontbrekende informatie aan te vullen voordat wordt besloten over het project. Het bevoegd gezag heeft aangegeven dit advies over te nemen, en de aanvullende informatie opnieuw voor te leggen aan de Commissie.

Advies reikwijdte en detailniveau
Met het project wordt beoogd meerdere doelen voor natuur te bereiken, bijvoorbeeld het verbeteren van de visstand en het creëren van voedsel- en rustgebied voor vogels. De Commissie adviseert om in het milieueffectrapport eerst de verschillende doelen en de uitgangspunten, bijvoorbeeld veilige dijken en niet teveel hinder voor de scheepvaart, op een rij te zetten. Hiervoor is al veel informatie verzameld.
De volgende stap is na te gaan of er, naast het voorlopige ontwerp, andere manieren zijn om deze doelen te bereiken. Dit kunnen bijvoorbeeld varianten zijn met meer of minder vergravingen in de uiterwaarden of varianten met meer of minder spontane natuurontwikkeling. De Commissie adviseert om in het rapport de positieve en negatieve effecten van deze varianten op de bestaande natuur, waterhuishouding, bodem, landschap en archeologie te beschrijven.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Wilfried ten Brinke
Martin de Haan, MSc
dr. Heleen van Londen
ir. Rob Speets
drs. Frank Wijnants

Voorzitter: Simone Filippini
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rijkswaterstaat
Provincie Gelderland

Bevoegd gezag
Provincie Gelderland

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Gelderland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
007.1 Plan-m.e.r. vanwege kaderstelling en passende beoordeling
C16.1 2011: oppervlaktedelfstoffen
D09 2011: landinrichting
D27 2011: be/ontbossing

Bijgewerkt op: 16 apr 2024